Journalist Jelle Brandt Corstius staat donderdag voor de rechtbank in Amsterdam terecht voor het in de landelijke media uiten van beschuldigingen van verkrachting door tv-producent Gijs van Dam. De rechtbank moet gaan beoordelen of er sprake is van smaad.
Brandt Corstius deed zijn beschuldigingen in 2017 in dagblad Trouw tijdens het wereldwijde debat #MeToo over seksueel wandgedrag. Hij stelde dat hij aan het begin van zijn televisiecarrière slachtoffer is geworden van seksueel misbruik. Hij zou zijn gedrogeerd en gedwongen tot orale seks.
Met zijn bijdrage aan het maatschappelijke debat wilde hij aangeven dat er ook mannelijke slachtoffers zijn in de #MeToo-discussie. Brandt Corstius noemde niet de naam van zijn vermeende verkrachter. Wel bevestigde hij later dat het een man betrof die tegelijk met hem had gewerkt bij het programma Barend en Van Dorp. Naar aanleiding van deze uitlatingen werd Van Dam onderwerp van speculaties. Van Dam heeft de beschuldigingen altijd ontkend. Volgens Van Dam ging het om seks in een dronken bui met wederzijdse toestemming. Hij deed verschillende keren aangifte van smaad.
Zijn aangiftes werden in juli 2018 en januari 2019 nog door het OM geseponeerd. Het gerechtshof in Amsterdam besloot een half jaar later echter dat de zaak alsnog voor moest komen. Van Dam deed toen ook nogmaals aangifte omdat Brandt Corstius opnieuw impliceerde dat hij verkracht was.
De rechtbank bespreekt tijdens de zitting de feiten uit zes aangiften die Van Dam van oktober 2017 tot en met november 2020 tegen Brandt Corstius heeft ingediend via zijn advocaat. Het OM heeft vooraf laten weten pas tijdens de zitting te beslissen of het Brandt Corstius wel of niet strafbaar vindt.