Klimaat- en energieminister Rob Jetten houdt er ernstig rekening mee dat Nederland ook de komende jaren niet altijd zal voldoen aan de door de rechter in de Urgenda-zaak opgelegde klimaatdoelen. Daarvoor is de achterstand die de afgelopen jaren is opgelopen te groot, aldus de bewindsman in een debat met de Tweede Kamer.
De uitstoot van broeikasgassen als CO2 moet volgens het Urgenda-vonnis sinds 2020 structureel een kwart lager liggen dan in 1990. Nederland voldeed in 2020 aan dat doel, maar dat was grotendeels te danken aan de maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus. Veel mensen werkten thuis en lieten daardoor de auto staan. Vorig jaar was de uitstoot volgens voorlopige cijfers weer te hoog.
Wat Jetten betreft moet dat anders. "Ik ben er helemaal klaar mee dat we doelen alleen maar halen omdat we even economische krimp hadden door een pandemie, omdat we een zachte winter hadden of omdat de energieprijzen hoog zijn. Als je afhankelijk bent van dat soort externe factoren, dan heb je in de afgelopen tien jaar gewoon te weinig gedaan."
Het kabinet heeft volgens Jetten ambitieuze plannen en een grote zak geld klaarstaan om de uitstoot structureel omlaag te brengen. Maar hij kan niet beloven dat daardoor in de drie jaar dat hij nog minister is, de klimaatdoelen wel worden gehaald. "Omdat we die grote achterstand niet in een keer kunnen inlopen."