Jetten wil energieverdrag desnoods opzeggen als claimoptie blijft

13 okt 2022, 22:04 Landelijk
jetten wil energieverdrag desnoods opzeggen als claimoptie blijft
ANP
Als het omstreden energieverdrag ECT niet beter wordt, is minister Rob Jetten (Klimaat en Energie) "bereid daar consequenties aan te verbinden". Over een update van het verdrag wordt onderhandeld. Als het energiebedrijven opties blijft bieden om de Staat aan te klagen, dan "zijn we verkeerd bezig", zei Jetten tijdens een Kamerdebat. Het verdrag opzeggen heeft wel "vooral zin als we het als EU gezamenlijk doen", voegde hij eraan toe. Want als de EU als blok in het verdrag blijft, blijft het ook hier gewoon rechtsgeldig.
Een meerderheid van de Tweede Kamer maakte eerder al duidelijk van het zogeheten Energy Charter Treaty (ECT) af te willen. Het verdrag is onder meer gebruikt door de energiebedrijven Uniper en RWE om miljardenclaims tegen de Nederlandse overheid in te dienen. De bedrijven hopen op een hoge schadevergoeding omdat ze hun kolencentrales versneld moeten sluiten: volgens de wet mag vanaf 2030 geen steenkool meer worden gebruikt om stroom op te wekken omdat daar veel CO2-uitstoot van komt. De centrales zouden technisch gezien langer mee kunnen.
Jetten noemde het "bizarre claims van kolenbedrijven die helemaal niet hun verantwoordelijkheid hebben genomen". Een Duitse rechtbank verwierp onlangs de schadeclaims van Uniper en RWE, maar in Nederland loopt ook nog een zaak. In totaal is daar tot 2,4 miljard euro mee gemoeid.
Jetten liet voor de zomer weten dat hij niet tevreden was over de voortgang van de onderhandelingen. Als dat zo blijft, dan "kun je overwegen eruit te stappen", zei hij tegen de Kamer. Partij voor de Dieren en GroenLinks vonden dat te voorzichtig. "Ik zit me mateloos te irriteren aan de minister die 'ik sluit niets uit' zegt", reageerde Suzanne Kröger (GroenLinks). "Daar komen we er gewoon niet meer mee."
Twaalf organisaties, waaronder Urgenda, Milieudefensie en FNV, vroegen het kabinet afgelopen week ook het ECT op te zeggen. Ze noemen het "een grote hindernis" bij het behalen van klimaatdoelen.