De jeugdcriminaliteit neemt nog altijd af. Het aantal minderjarige verdachten is tussen 2012 en 2017 met 34 procent gedaald. Dat blijkt uit cijfers van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie en Veiligheid.
De jeugdcriminaliteit in Nederland daalt al sinds 2007. In 2016 zijn in totaal 20.080 minderjarigen (12 tot 18 jaar) geregistreerd op verdenking van een misdrijf. Het aantal verdachten per duizend minderjarigen daalde tussen 2012 en 2017 van 25 naar zestien.
Het aantal jongvolwassenen (18- tot 23-jarigen) dat in 2016 als verdachte stond geregistreerd, is ook afgenomen. In totaal ging het om 25.260 jongvolwassenen, oftewel 24 per duizend. Dat is een daling van 37 procent sinds 2012, toen nog sprake was van 39 per duizend jongvolwassenen.
De daling komt volgens de onderzoekers mogelijk onder meer door de digitalisering in de samenleving, een veranderde houding van jongeren en ouders ten aanzien van risicogedrag zoals alcoholgebruik en voortijdig schoolverlaten, en de toegenomen beveiliging in de samenleving.
Internationaal gezien doet Nederland het goed: de daling lijkt in Nederland sterker te zijn dan in andere landen. Het WODC geeft wel aan dat de daling niet in alle subgroepen, regio’s of voor alle typen delicten even sterk is en niet jaarlijks en continu dalend. Toch is de algemene trend dat de jeugdcriminaliteit nog steeds afneemt. Verder tekenen de onderzoekers aan dat de geregistreerde jeugdcriminaliteit vermoedelijk sterker afneemt dan de werkelijke criminaliteit.