Jongeren zijn in tien jaar een stuk minder tijd aan lezen gaan besteden, zo blijkt uit een onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). De tijd die ouderen vrijmaken voor lezen is nagenoeg gelijk gebleven, terwijl bij jongeren deze manier van tijdsbesteding gedaald is.
Zo'n negen van de tien 65-plussers lazen in 2016 wekelijks. Dat zijn ongeveer evenveel ouderen als tien jaar eerder, terwijl het percentage lezers onder jongeren in tien jaar flink gedaald is. In 2016 zei bijna de helft van de jongvolwassenen (20 - 34-jarigen) minstens een keer in de week te lezen. In 2006 was dit bijna 90 procent. Het aantal wekelijks lezende tieners (13 - 19-jarigen) was met 65 procent al laag, maar is in tien jaar tijd verder gedaald naar 40 procent. Hoogopgeleiden lezen meer dan laagopgeleiden en dit verschil is in tien jaar tijd groter geworden.
Uit het onderzoek blijkt wel dat mensen met weinig tijd minder lezen.
Het SCP heeft ook gekeken of lezen op bijvoorbeeld computer, telefoon, e-reader of tablet lezen van papier heeft vervangen. Dit blijkt volgens de onderzoekers niet zo te zijn. Van de 50 minuten die mensen in 2015 per dag gemiddeld lazen, deden ze dat ruim een half uur van papier. En dan deden vrouwen, ouderen en laagopgeleiden dat.
Voor het onderzoek hielden in verschillende jaren meer dan 11.000 Nederlanders een week lang een dagboek bij.