Veel jongeren die afgelopen zomer zijn geslaagd voor hun eindexamen, hebben ervoor gekozen nog niet te gaan studeren. Ze wachten de invoering van de basisbeurs in het collegejaar 2023/2024 af en hebben daarom een tussenjaar genomen. Nu de coronabeperkingen zijn weggevallen, kan dat weer. Dat zeggen de koepelorganisaties Universiteiten van Nederland en Vereniging Hogescholen.
Universiteiten registreerden afgelopen zomer ongeveer 60.000 nieuwe studenten. Van de jongeren die afgelopen zomer hun vwo-diploma haalden, begon 67 procent met een studie aan de universiteit. "De afgelopen jaren lag dit tussen de 72 en 75 procent", aldus Universiteiten van Nederland.
Op de hogescholen begonnen bijna 108.000 eerstejaars aan hun studie. Dat is ruim 5 procent minder dan een jaar eerder. Verpleegkunde is niet in trek, het aantal nieuwe inschrijvingen daar daalde met bijna 18 procent. Het aantal studenten dat de pabo ging doen, om leerkracht op een basisschool te worden, steeg met bijna 3 procent. Onderwijsminister Robbert Dijkgraaf zegt in een reactie dat hij blij is met de aanwas bij de pabo's. "Hopelijk zet dat zich door. De samenleving heeft die leraren keihard nodig."
Ruim 85.000 universiteitsstudenten komen uit een ander land, met name in de Europese Unie. Dat is zo'n 7 procent meer dan vorig jaar, maar de toename vlakt wel af. In meerdere studentensteden is het lastig om kamers te vinden voor de studenten van buiten Nederland. "Die instroom moeten we gaan beheersen, om tot een betere balans in het onderwijsstelsel te komen", aldus minister Dijkgraaf, die zegt dat hij binnenkort met voorstellen daarvoor wil komen.
De universiteiten verwachten dat het totale aantal studenten in de komende jaren stijgt. Op de universiteiten staan nu zo'n 340.000 mensen ingeschreven, over vijf jaar zullen dat er ongeveer 400.000 zijn. Per student krijgen de instellingen dan minder geld. "De verwachting is dat de studentenaantallen weer gaan groeien, waardoor de werkdruk bij medewerkers verder stijgt en de kwaliteit van onderwijs onder druk komt te staan", zegt voorzitter Pieter Duisenberg van Universiteiten van Nederland.