De Jordaanse koning Abdullah II komt dinsdag voor de tweede keer sinds zijn in 1999 begonnen regeertijd voor een officiële visite naar Nederland. Anders dan in 2006 gaat het nu niet om een staatsbezoek maar om een protocollair, een trapje lager staand officieel bezoek. Dat biedt de koning, die wordt vergezeld door zijn echtgenote koningin Rania, de mogelijkheid zijn programma vrijwel geheel in Den Haag af te werken.
De visite heeft overigens wel veel kenmerken van een staatsbezoek, zoals de komst van het Jordaanse vorstenpaar eind vorig jaar nog werd aangekondigd. Op het laatste moment werd de reis toen uitgesteld, en nu is er onder de noemer 'officieel bezoek' in feite sprake van een 'staatsbezoek light'. De kranslegging op de Dam in Amsterdam wordt overgeslagen, maar Abdullah gaat wel naar het parlement en krijgt naast een diner in paleis Noordeinde bij koning Willem-Alexander en koningin Máxima ook een lunch aangeboden door minister-president Mark Rutte.
Koning Abdullah (56) besteedt tijdens zijn tweedaags verblijf onder meer aandacht aan verbetering van de handelsrelaties met Nederland en aan intensievere samenwerking op het gebied van contraterrorisme. Op Schiphol gaat hij vlak voor vertrek ook kijken bij het Joint Inspection Centre Schiphol (JIC), waar luchtvracht wordt gecontroleerd. Koningin Máxima maakt aparte uitstapjes met koningin Rania naar het Gemeentemuseum en het ROC Mondriaan.
De Jordaanse koning is in het woelige Midden-Oosten nu het langst regerende staatshoofd. Hij is er als een ware evenwichtskunstenaar in geslaagd zijn land buiten de bloedige strijd in de buurlanden Irak en Syrië te houden, ondanks de komst van miljoenen vluchtelingen uit met name Syrië. Met Saudi-Arabië, de Palestijnen en Israël zijn de betrekkingen eveneens allesbehalve gemakkelijk, terwijl de onvoorwaardelijke steun van Amerika onder president Donald Trump minder vanzelfsprekend is geworden. Vandaar dat Abdullah ook graag met Europese landen de banden aanhaalt.