Het oordeel van het gerechtshof, dat de gemeente Amsterdam rechtmatig handelde tegenover de verspreiders van ongeadresseerd reclamedrukwerk door de ja-ja-sticker in te voeren, kan in stand blijven. Dat advies gaf de advocaat-generaal vrijdag aan de Hoge Raad.
In september 2019 oordeelde het gerechtshof Amsterdam dat de ja-ja-sticker juridisch toelaatbaar is, waarop bedrijven uit de folderbranche in cassatie gingen bij de Hoge Raad. De advocaat-generaal is het eens met het hof, omdat voor het nieuwe systeem "een voldoende wettelijke grondslag bestaat en de regeling is niet in strijd met Europees recht of met algemene rechtsbeginselen".
Sinds 1 januari 2018 kunnen Amsterdammers de ja-ja-sticker op hun brievenbus plakken als ze reclamedrukwerk willen ontvangen. Wie geen sticker heeft, krijgt geen ongeadresseerde reclame en huis-aan-huisbladen meer in de bus. De gemeente wil met de invoering papierafval voorkomen. Bedrijven uit de folderbranche vinden het nieuwe systeem 'onrechtmatig', omdat zij op minder adressen hun drukwerk kunnen verspreiden.
De conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat advies al dan niet te volgen. De Hoge Raad doet op 2 juli uitspraak.