Juli was een maand met twee gezichten, blijkt uit een terugblik van Weeronline. De eerste helft verliep koud met enkele keren vorst aan de grond. In de tweede helft bliezen zuidenwinden recordhitte naar ons land. Op 25 juli was het warmer dan ooit met 37,5 graden in De Bilt en 40,7 graden in Gilze-Rijen. De gemiddelde maandtemperatuur is door de hitte-uitbarsting uitgekomen op 18,8 graden tegen 17,9 normaal.
Juli bleek ook een zeer droge maand. Landelijk gemiddeld viel 41 millimeter regen tegen 78 millimeter normaal. In het oosten en noordoosten is plaatselijk minder dan 20 millimeter regen gevallen. Veel natter werd het wel in Zuid-Limburg en in een brede strook van Zeeland naar de Veluwe. Lokaal viel daar meer dan 100 millimeter.
Plaatselijk kwam het enkele keren tot wateroverlast, blikseminslagen en schade door hagelbuien. Op 12 juli viel in de omgeving van Hilversum in korte tijd bijna een maandsom regen. Over het oosten van Goeree-Overflakkee trok een zware hagelbui op 20 juli en op 27 juli ontstond wateroverlast door intensieve regenbuien.
In het oosten en noorden, maar ook in het westen van Zeeland, is net als vorig jaar sprake van ernstige droogte. Door de droogte van vorig jaar hadden de gebieden in het oosten van het land al te maken met lage grondwaterstanden aan het begin van dit seizoen. Doordat dit het tweede jaar is met ernstige droogte kunnen de gevolgen nog groter worden dan vorig jaar.
De zon scheen gemiddeld over het land 239 uur tegen 212 normaal. Aan de westkust scheen de zon het meest. Vorig jaar was juli de zonnigste maand ooit gemeten. Geen enkele andere maand kende zoveel zonuren als juli 2018 met 332 zonuren gemiddeld over het land.
De maand begon nog fris met zeldzame grondvorst. Op 4 juli koelde het op klomphoogte op meetpunt Twenthe af tot -1,6 graden. Ook op 10 juli kwam het tot vorst aan de grond. Een noordwestenwind voerde in de eerste helft van de maand koude lucht en enkele buien aan. De eerste dagen was de zon daarbij wel regelmatig te zien. Daarna kwam veel bewolking voor en daardoor kwam de maximumtemperatuur op veel plaatsen vaak beneden 20 graden uit.
Vanaf half juli keerde de zomer terug. Het werd zonniger, droger en vooral warmer met een officiële korte, maar zeer hevige hittegolf. Op de weerstations Hoogeveen, Lelystad, Marknesse, Deelen, Twenthe en Hupsel kwam het tot een zogenaamde superhittegolf, een serie van minstens vijf aaneengesloten tropische dagen waarbij het kwik de 30 graden passeert met op drie dagen zelfs temperaturen van 35 graden of meer.
Op 24, 25 en 26 juli werd het warmer dan ooit in ons land. Het oude absolute record van 38,6 graden, gemeten in Warnsveld op 23 augustus 1944, ging ruimschoots uit de boeken. Op alle drie de dagen was het op grote schaal warmer dan 38,6 graden. Op 25 juli werd het zelfs op maar liefst acht officiële weerstations warmer dan 40 graden. Gilze-Rijen bezit sindsdien het nationale warmterecord met 40,7 graden.