Het kabinet wil voor de bouw van extra windmolens op de Noordzee voor het eerst een beroep doen op het in het coalitieakkoord afgesproken Klimaatfonds. Het gaat om een bedrag van bijna 1,7 miljard euro, bedoeld voor onder meer scheepvaartveiligheid en noodzakelijke aanpassingen in de visserijsector.
Het kabinet wil de capaciteit voor windenergie de komende jaren verdubbelen. Op de Noordzee zijn daarom drie nieuwe gebieden aangewezen, "redelijk ver uit de kust", waar honderden nieuwe windturbines worden neergezet. Daarnaast is de eerdere aanwijzing van twee andere gebieden bevestigd.
"Bij het aanwijzen van de windenergiegebieden is zorgvuldig gekeken naar de andere belangen op de Noordzee zoals scheepvaart, visserij, natuur en Defensie", zegt klimaat- en energieminister Jetten. De kosten die de overheid daarvoor maakt, wil het kabinet betalen uit het Klimaatfonds van in totaal 35 miljard euro.
Dat geld is bijvoorbeeld bestemd voor maatregelen om te voorkomen dat schepen bij zwaar weer in een windpark terechtkomen en daar ongelukken maken. Ook worden vissers gecompenseerd omdat zij in een minder groot deel van de Noordzee hun werk kunnen blijven doen.
Deze stap maakt de weg vrij voor windparken met een totale capaciteit van 10,7 gigawatt, genoeg om miljoenen huishoudens van groene stroom te voorzien. De parken worden de komende acht jaar gebouwd. Er komen aanbestedingsprocedures waarin bedrijven kunnen aangeven tegen welke voorwaarden zij dat willen doen.
"Dit is een belangrijke mijlpaal in de transitie naar meer duurzame energie", zegt Jetten. Het is de bedoeling dat windenergie in 2030 de belangrijkste bron van elektriciteit is, met een totale opwekcapaciteit van 21 gigawatt.
In 2040 moet de gehele energieproductie klimaatneutraal zijn. Het gebruik van fossiele brandstoffen moet dan zijn beëindigd. Behalve naar zonne- en windenergie kijkt het kabinet daarbij ook naar de bouw van nieuwe kerncentrales.