Na de rellen vrijdag in Paramaribo heeft de Surinaamse regering aan Nederland gevraagd om te helpen met de uitrusting van de politie. Het kabinet bekijkt wat het hieraan kan doen, zei minister Wopke Hoekstra (Buitenlandse Zaken) in de Tweede Kamer.
Tijdens de ongeregeldheden in de Surinaamse hoofdstad werd het parlementsgebouw bestormd en winkels geplunderd. Minister Hoekstra noemde de aanval op de Nationale Assemblee "zeer zorgelijk". Hij verklaarde zijn "volle, volle steun" voor de regering van president Chan Santokhi.
De Surinaamse politie was niet goed voorbereid op de ongeregeldheden, heeft minister Kenneth Amoksi (Justitie en Politie) toegegeven. De protesten waren gericht tegen het economisch beleid van de regering en waren van tevoren aangekondigd.
Hoekstra had vrijdag en in het weekeinde contact met zijn Surinaamse ambtgenoot Albert Ramdin, zei hij tegen Don Ceder (ChristenUnie) die hem voor het vragenuurtje naar de Tweede Kamer had geroepen. Volgens Hoekstra doet Santokhi "enorm z'n best" om het land vooruit te helpen, maar kampt hij met een zware erfenis.
De vorige president Desi Bouterse heeft het land opgezadeld met een grote schuldenlast. De inflatie loopt in de tientallen procenten. "Het water staat de mensen tot aan de lippen", zei Raoul Boucke (D66). Zowel hij als Ceder vindt dat Nederland meer steun moet geven aan Suriname. Hoekstra beloofde te kijken wat er extra kan worden gedaan.