De gaswinning uit het Groningenveld stopt per 1 oktober. Dat heeft staatssecretaris Hans Vijlbrief (Mijnbouw) vrijdag bekendgemaakt. De sluiting van het veld werd alom verwacht, maar markeert wel een historisch moment na zestig jaar gaswinning.
"We draaien de kraan echt dicht: er wordt nul gewonnen", zegt Vijlbrief in een toelichting. De problemen van de Groningers zijn nog niet opgelost, erkent hij, "maar de bron van alle ellende is vanaf oktober dicht". Of dat mogelijk was, was overigens lange tijd onzeker. Gastekorten als gevolg van de oorlog in Oekraïne leidden tot onzekerheid.
Vanwege deze "onzekere internationale situatie" laat Vijlbrief wel de mogelijkheid open om de gaswinning in beperkte mate weer op te starten. In het geval van een zeer strenge winter in combinatie met problemen met de gasopslagen kan dat voorkomen. De gasputten worden volgend jaar echt gesloten. Dit wordt ook in de wet gezet.
Groningen werd afgelopen jaren ook als reserve voor die situaties gebruikt. "Daar moeten we iets anders op verzinnen", aldus Vijlbrief. "Maar dat gaat wel lukken."
Vorige week kwam wel groen licht voor de opening van een belangrijke nieuwe stikstoffabriek. Door stikstof toe te voegen aan buitenlands gas, krijgt het dezelfde eigenschappen als Gronings gas, waardoor het ook door consumenten gebruikt kan worden.
Het officieel dichtdraaien van de gaskraan, voor het eerst in 2018 door toenmalig minister Eric Wiebes aangekondigd, komt ook op een symbolisch moment. De parlementaire enquêtecommissie bracht eerder dit jaar een vernietigend rapport uit waarin wordt geschetst hoe de politiek en de gas winnende bedrijven het belang van Groningers jarenlang ondergeschikt maakten aan geld en gas.
Het kabinet heeft volgens de commissie de morele plicht uiterlijk volgend jaar het veld te sluiten. Dat staat wat de commissie betreft "bovenaan" de ereschuld die Nederland aan Groningen heeft.
Voor het inlossen van die ereschuld zijn ook de uitbaters van het Groningenveld (Shell en ExxonMobil als moederbedrijven van de NAM) verantwoordelijk. Maar zij lieten zich de afgelopen maanden weinig zien. "Ik had graag gewild dat ze iets van zich hadden laten horen in de zin dat zij ook iets van die ereschuld voelen", zegt Vijlbrief desgevraagd. "Ik vind dat ze te stil zijn", aldus de staatssecretaris.