Het kabinet wil voorkomen dat andere landen "met onze kennis aan de haal gaan" en daardoor mogelijk Nederlandse belangen schaden. Daarom neemt het maatregelen zodat het Nederlands onderzoek dat andere landen economische of militaire voordelen kan geven beter is beschermd.
Zo moeten universiteiten en onderzoeksinstituten zich bewuster worden van mogelijke risico's, bijvoorbeeld aan de hand van checklists. Ook moeten de rollen en verantwoordelijkheden binnen instellingen duidelijker zijn. Daarnaast komt er een "expertise- en adviesloket kennisveiligheid".
Volgens ministers Ingrid van Engelshoven (Wetenschap), Ferd Grapperhaus (Justitie) en staatssecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken) is er sprake van "een opleving van machtspolitieke concurrentie" tussen verschillende landen. Het opdoen van "hoogwaardige kennis" is in het strategisch belang van die landen. "Deze kennis is ook in Nederland aanwezig", schrijven de bewindspersonen. Als buitenlandse machten die actief proberen te achterhalen, kan dat onder meer de Nederlandse belangen op het gebied van innovatie en concurrentie aantasten.
In hun brief aan de Tweede Kamer schrijven ze dat de aanpak "landenneutraal" is en zich dus niet specifiek richt op één land. China wordt door onder meer de AIVD genoemd als dreiging, bijvoorbeeld op het gebied van "economische spionage".