Het huidige kabinetsbeleid volstaat niet om de voor volgend jaar gestelde klimaatdoelen te halen. In een door actiegroep Urgenda aangespannen rechtszaak kreeg de overheid tot twee keer toe opdracht de uitstoot van CO2 met minstens een kwart terug te dringen ten opzichte van 1990. Maar de teller blijft volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) steken op iets meer dan een vijfde, bevestigen Haagse bronnen.
Die achterstand is de keerzijde van de sterke economische groei van de laatste jaren. Die heeft gezorgd voor een toename van het autoverkeer en de industriële bedrijvigheid, waardoor de effecten van het klimaatbeleid deels teniet zijn gedaan. In een jaar tijd moet de CO2-uitstoot met zo'n 9 megaton extra worden teruggedrongen. Daarvoor zijn ingrijpende maatregelen nodig, bijvoorbeeld het vervroegd sluiten van meerdere kolencentrales.
Het PBL is de belangrijkste adviseur van het kabinet op klimaatgebied. Het planbureau presenteert vrijdag zijn jongste ramingen. Dat die tegenvallen kan niet als een verrassing komen voor het kabinet. Toen minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) afgelopen najaar stelde dat de klimaatdoelen binnen handbereik lagen, waarschuwde het planbureau al dat dit wel erg optimistisch was.
De vervroegde sluiting van kolencentrales is een van de snelste manieren om de CO2-uitstoot te verminderen, maar kost ook veel geld. Energiebedrijven zullen miljarden aan compensatie eisen voor investeringen die zij dan niet meer terug kunnen verdienen. Coalitiepartij D66 stelde eerder al voor om in weerwil van het regeerakkoord de maximumsnelheid op de snelwegen te verlagen van 130 naar 100 kilometer per uur.