Bij nieuwe zeer dure medicijnen gaat het ministerie van Volksgezondheid in de toekomst vaker onderhandelen over de prijs. Zolang die onderhandelingen lopen, wordt een geneesmiddel niet opgenomen in het basispakket. Het gaat daarbij om geneesmiddelen die jaarlijks meer dan 50.000 euro per patiënt kosten, of voor alle patiënten samen meer dan 40 miljoen euro per jaar.
De zogenoemde 'sluis’ werd in 2015 ingevoerd en is bedoeld voor dure medicijnen die wel op de Nederlandse markt zijn verschenen maar nog niet zijn opgenomen in het basispakket.
Of een medicijn al dan niet in de sluis werd geplaatst, werd de afgelopen jaren per geval beoordeeld. Nu stelt minister Bruno Bruins (Medische Zorg) dus voorwaarden op, op basis waarvan geneesmiddelen automatisch in de sluis belanden.
Diverse geneesmiddelen kwamen dit jaar al in het nieuws vanwege de exorbitante prijzen die farmaceuten ervoor vroegen. Een daarvan was Spinraza, een middel tegen de spierziekte SMA. In het eerste jaar van gebruik kost Spinraza per patiënt iets minder dan een half miljoen per jaar. Daarna dalen de kosten naar jaarlijks zo’n 240.000 euro. De onderhandelingen over het middel lopen nog.
Sinds de sluis in het leven werd geroepen zijn er acht middelen in geplaatst. Vier daarvan zijn na onderhandelingen uiteindelijk in het basispakket beland.
Een vijfde middel, atezolizumab, een medicijn tegen longkanker, komt vanaf 1 juni ook in het basispakket, laat het ministerie dinsdag weten. Toen het op de markt kwam, werd er rekening gehouden met kosten van maximaal 100 miljoen per jaar. Hoeveel korting er op de prijs is bedongen, blijft vertrouwelijk, aldus het ministerie.