Het kabinet gaat vanaf 1 juli meer stukken met de Tweede Kamer delen. In stukken die de Kamer vraagt, worden meningen en invullingen van ambtenaren niet meer geschrapt. En "achterliggende nota's" waarop beleid is gebaseerd, worden proactief openbaar gemaakt. Het kabinet zegde dit al toe in januari, toen het opstapte wegens de toeslagenaffaire. Maar "u moet zich voorstellen dat het voor departementen wel echt een andere, nieuwe manier van werken is", legt minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken) uit in debat met de Tweede Kamer. De nieuwe werkwijze gaat daarom vanaf de zomer in.
Het kabinet besloot het beleid over openbaarmaking van stukken te veranderen na het snoeiharde rapport van de commissie-Van Dam over de toeslagenaffaire. Een van de conclusies van die Kamercommissie was dat de informatiehuishouding van het kabinet niet op orde was en dat de informatievoorziening aan de Tweede Kamer een dikke onvoldoende kreeg. Sinds kort zijn ook de agenda en de besluitenlijst van de ministerraad openbaar.
Ollongren benadrukt dat ook de 'Oekaze-Kok', "niet meer bestaat". Deze aanwijzingen, uitgeschreven door toenmalig premier Wim Kok, schreven in het verleden voor dat ambtenaren eigenlijk alleen met Kamerleden en journalisten mogen praten in bepaalde omstandigheden, en met goedkeuring van de minister. Deze strenge regels zijn "vervangen door een veel modernere manier van omgaan met contacten tussen Kamerleden en ambtenaren". Ambtenaren krijgen veel meer ruimte, aldus de bewindsvrouw. "Dit alles om te zorgen dat de informatievoorziening aan de Tweede Kamer beter is, en makkelijker is."