'Kabinet hoeft niet weg na toeslagenaffaire, wel consequenties'

De meeste kiezers vinden dat het kabinet mag aanblijven na de toeslagenaffaire. Maar er moeten volgens een groot deel wel consequenties zijn voor bepaalde ambtenaren of ministers. Dat stelt I&O Research op basis van een peiling onder 2336 volwassen Nederlanders. Dat onderzoek liep van vrijdag tot maandag.

Slechts 8 procent van alle kiezers vindt dat het kabinet moet opstappen. Van de stemmers op de oppositiepartijen zijn bijna twee keer zoveel mensen het daarmee eens.

Wel vinden ruim zeven op de tien Nederlanders dat er consequenties moeten zijn na de conclusies van de commissie-Kinderopvangtoeslag. Een derde vindt dat de betrokken ambtenaren ontslagen moeten worden en 30 procent vindt dat bepaalde (oud-)bewindslieden moeten aftreden.

De commissie schreef onlangs een vernietigend eindrapport over de toeslagenaffaire. De Kamercommissie concludeerde dat zowel topambtenaren als destijds verantwoordelijke ministers en staatssecretarissen grote fouten hebben gemaakt. Gedupeerde ouders zijn ten onrechte beschuldigd van fraude, met voor hen enorme financiële en sociale gevolgen. Bewindspersonen die politiek verantwoordelijk waren, zoals Eric Wiebes (toenmalig staatssecretaris Financiën), Lodewijk Asscher (toenmalig minister Sociale Zaken) en Wopke Hoekstra (minister van Financiën) kwamen door de affaire in opspraak.

Lodewijk Asscher (PvdA) en Eric Wiebes (VVD) worden het meest genoemd als personen die moeten opstappen. Asscher moet van 26 procent aftreden en Wiebes van 25 procent. Premier Mark Rutte (VVD) moet van 16 procent weg en Wopke Hoekstra (CDA) van 20 procent.

Hoekstra en Asscher zijn op dit moment lijsttrekker van hun partij. Van de kiezers die menen dat een politicus moet aftreden, vindt ongeveer 80 procent dat die persoon bij de verkiezingen in maart niet terug kan komen als lijsttrekker. Bij Hoekstra is 76 procent het hiermee eens, bij Asscher 82 procent. Een op de tien mensen die nu op de PvdA zou stemmen, vindt dat Asscher moet aftreden en niet terug mag komen als lijsttrekker.