Staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Koninkrijksrelaties en Digitalisering) hoopt dat gemeenten uiteindelijk binnen een week Oekraïners kunnen registreren. Tegelijk toonde ze er ook begrip voor dat het "niet ontzettend makkelijk" is om die inschrijving snel te regelen. Ze ziet dat het in een deel van de gemeenten, en dan vooral in de grote steden, soms langer duurt.
Gemeenten lopen tegen allerlei praktische problemen aan bij de registratie van Oekraïners, zei Van Huffelen op een vraag van D66-Kamerlid Anne-Marijke Podt. "Gemeenten moeten bepalen wie ze voor zich hebben, of zij behoren tot die groep van mensen die we ook inschrijven op deze specifieke manier. Het moeten mensen zijn die de Oekraïense nationaliteit hadden of rechtmatig in Oekraïne verbleven. We moeten zorgen dat ook de familierelaties helder in kaart worden gebracht en goed worden geregistreerd. En vaak ontbreken documenten, of zijn die lastig voor gemeenten om te lezen omdat die in een ander schrift zijn opgesteld dan het onze."
Podt vroeg Van Huffelen of de gemeenten beter ondersteund zouden kunnen worden. Hierover zei de staatssecretaris te overleggen met de Vereniging Nederlandse Gemeenten, de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken en de Vereniging Directeuren Publieksdiensten. Ook is ze in gesprek met de Oekraïense ambassade in Den Haag, omdat die kan helpen met het opvragen van stukken en met de identificatie van mensen. Gemeenten wisselen volgens haar ook onderling ervaringen uit. Sommige gemeenten slagen nu al in registratie binnen een week, andere doen er soms veel langer over.
Van Huffelen schat in dat ongeveer twee derde van de vluchtelingen zich nu bij de gemeente heeft laten registreren in de Basisregistratie Personen (BRP). Het is niet duidelijk hoe groot dat aandeel precies is, omdat sommige Oekraïners mogelijk zelf onderdak hebben gevonden en nog niet in beeld zijn bij de overheid. De staatssecretaris benadrukte dat registratie wel van belang is, ook om zaken als de mogelijkheid om te werken, zorg en leefgeld beter te kunnen regelen. CDA-Kamerlid Anne Kuik wees er daarnaast op dat het ook kan helpen om te voorkomen dat vluchtelingen ten prooi vallen aan mensenhandelaars.