Kabinet hoort over zeven weken of beleid derdelanders deugt

03 sep , 19:07 Landelijk
anp030924224 1
ANP
LUXEMBURG (ANP) - Over zeven weken hoort het kabinet of het de opvang van derdelanders uit Oekraïne per 5 maart 2024 mocht stopzetten, of juist niet. Op 22 oktober komt de advocaat-generaal van het Europese Hof van Justitie met zijn oordeel in de zaak, die een aantal derdelanders tegen de Nederlandse staat heeft aangespannen.
Derdelanders zijn mensen met een niet-Oekraïense nationaliteit, die in Oekraïne een permanente of een tijdelijke verblijfsvergunning hadden en voor de oorlog in Oekraïne zijn gevlucht, naar onder meer Nederland. Zij kregen in Nederland, op basis van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming die door de Europese Unie was opgezet, dezelfde bescherming als Oekraïense vluchtelingen.
Het kabinet besloot medio juli 2022 dat derdelanders vanaf september 2023 geen tijdelijke bescherming meer zouden krijgen.
Rechtszaken
Talloze rechtszaken volgden, tot aan de Raad van State toe. Die oordeelde op 17 januari 2024 dat de opvang per 5 maart 2024 mocht worden stopgezet. Daarop stapte een aantal derdelanders naar het Europese Hof van Justitie. Ook de Raad van State wilde duidelijkheid van het Europese Hof.
De vier advocaten van de derdelanders betoogden dinsdag tijdens een zitting in Luxemburg dat Nederland niet op "eigen houtje" de opvang van derdelanders mocht stopzetten. Iedereen die Nederland onder die Richtlijn Tijdelijke Bescherming liet vallen, heeft het recht op opvang tot de Europese Unie besluit dat die regeling eindigt.
De advocaat van Nederland betoogde dat Nederland wel zelf mocht beslissen om de opvang van derdelanders te stoppen. Lidstaten mochten destijds zelf kiezen om een grotere groep op te vangen dan volgens de Europese afspraken verplicht was, en "dus ook zelf bepalen wanneer ze dat weer inperken". De advocaat van de Europese Commissie sloot zich bij dat betoog aan.