Het kabinet presenteert vrijdag een reeks ingrepen om de problemen rond de stikstofuitstoot aan te pakken. Op allerlei fronten willen bewindspersonen maatregelen nemen om de uitstoot te verminderen. Daarmee moeten bedrijven die buiten hun schuld zonder een stikstofvergunning zitten, worden geholpen. Maar er moet ook ruimte komen om vergunningen af te geven voor bouw-, infrastructuur- en energieprojecten.
Een maatregel die al uitlekte, is dat het kabinet enkele duizenden 'piekbelasters' gaat benaderen met een ruimhartig bod: zo'n 120 procent van de waarde van hun bedrijf om te stoppen of flink te verduurzamen. Het gaat hier om veehouderijen en andere bedrijven die veel stikstof uitstoten in de buurt van gevoelige natuurgebieden.
Het uitkopen van deze piekbelasters moet ruimte opleveren om de zogenoemde PAS-melders te legaliseren. Zij kregen voor de oprichting of uitbreiding van hun (boeren)bedrijf groen licht na een 'melding' onder het oude stikstofbeleid. Maar in 2019 verklaarde de Raad van State dat beleid ongeldig. Daarom opereren ze nu formeel illegaal.
Het kabinet wil deze bedrijven snel een geldige vergunning geven. Daarvoor moet elders wel minder stikstof worden uitgestoten. De manier waarop het kabinet dat wil bereiken, wijkt af van een belangrijk advies van Johan Remkes. De VVD-bestuurder bepleitte een gerichtere aanpak, waarmee de 500 tot 600 piekbelasters in beeld worden gebracht en worden uitgekocht.
Maar het kabinet zal de stikstofkraan nog veel verder moeten dichtdraaien om ruimte te maken voor andere economische activiteiten. De noodzaak daartoe is alleen maar toegenomen sinds de Raad van State begin deze maand een streep zette door een belangrijke uitzondering in het stikstofbeleid die het kabinet aan de bouw had gegeven. Door het verdwijnen van deze zogenoemde bouwvrijstelling moet bij elk bouwproject worden berekend hoeveel stikstofuitstoot ermee gemoeid is en wat de invloed hiervan op de natuur is.
Die uitspraak is extra pijnlijk voor het kabinet, dat blijft vasthouden aan de ambitie om de komende jaren 900.000 woningen te bouwen. Bovendien vormt het stikstofdossier een obstakel voor een andere belangrijke ambitie van het kabinet: om klimaatverandering te beperken moet de uitstoot van CO2 in 2030 meer dan gehalveerd zijn. Ook bij projecten om duurzame energie op te wekken (zoals het aanleggen van windmolen parken en weides met zonnepanelen) komt stikstof vrij. Maar op termijn besparen die projecten juist stikstof.
Op bijna elk ministerie zit de impasse dus in de weg. Daarom zijn niet alleen landbouwminister Piet Adema en stikstofminister Christianne van der Wal betrokken bij de plannen die naar buiten komen. Ook woonminister Hugo de Jonge en Mark Harbers (Infrastructuur) zijn bij de presentatie naar de plannen, net als een minister van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.