Het kabinet maakt nog eens 14,9 miljoen euro vrij voor humanitaire noodhulp aan Aruba, Curaçao en Sint-Maarten. De drie eilanden verkeren nog steeds in zwaar weer vanwege de coronacrisis. Met het geld kan er tot ten minste april noodhulp worden geleverd.
Aruba, Curaçao en Sint-Maarten zijn sterk afhankelijk van toerisme, een sector die door de coronacrisis een zware klap heeft gekregen. Op Curaçao is op dit moment ongeveer 15 procent van de bevolking afhankelijk van Nederlandse voedselhulp. Op Aruba en Sint-Maarten gaat het om 20 procent.
Het kabinet gaat ervan uit dat de hulpvraag zeker tot de zomer nog gelijk blijft, laat het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties weten. In maart beslist het kabinet over verdere verlenging van de noodsteun.
Het geld dat wordt vrijgemaakt is een gift en in tegenstelling tot de economische steunpakketten voor de eilanden staan er geen economische hervormingen tegenover. Op dit moment coördineert het Rode Kruis de humanitaire hulp op de eilanden, maar de komende maanden moet die verantwoordelijkheid worden verschoven naar de lokale overheid, aldus het ministerie.