Er is niet gevraagd om naar alternatieve routes te zoeken om alsnog F-35-onderdelen te kunnen leveren aan Israël, ondanks een vonnis van de rechter dat dat niet mag. "Absoluut niet", zegt demissionair minister Kajsa Ollongren van Defensie in reactie op berichtgeving van de NOS. Volgens minister Geoffrey van Leeuwen (Buitenlandse Handel) is sinds de uitspraak niet gekeken hoe "via ons" onderdelen kunnen worden geëxporteerd naar Israël.
Het gerechtshof in Den Haag oordeelde eerder dit jaar dat Nederland moet stoppen met de uitvoer van de straaljageronderdelen naar Israël. Dat land houdt bij de aanvallen op Gaza "onvoldoende rekening met de gevolgen voor de burgerbevolking", volgens de rechter. Nederland is wel in cassatie te gaan
Er is "geen sprake van" dat onderdelen die normaal gesproken via Nederland direct naar Israël zouden worden geleverd nu via Amerika daar alsnog terechtkomen, aldus Van Leeuwen. Er wordt wel gesproken met partnerlanden in het F-35-samenwerkingsverband om te kijken wat het uitvallen van Nederland als toeleverancier aan Israël betekent. Het is aan de andere landen "om dat over te nemen". Ook zijn er scenario's uitgewerkt voorafgaand aan de beslissing van het hof.
Die uitspraak "voeren we uit. We leven in een rechtstaat. Dus daar kan geen twijfel over bestaan", zegt Ollongren. Er wordt "niet via het Nederlandse distributiecentrum" aan Israël geleverd. Volgens haar is "absoluut niet" in het samenwerkingsverband met Nederland overlegd hoe onderdelen via een omweg alsnog Israël zouden kunnen bereiken.