Het kabinet wil beschonken bestuurders harder aanpakken. Wie te veel gedronken heeft en zich toch in het verkeer begeeft, moet voortaan sneller zijn rijbewijs kwijtraken. Overtreders kunnen ook zwaarder worden gestraft.
Minister Ferd Grapperhaus van Justitie en Veiligheid wil de wet wijzigen, zodat de rechter beschonken bestuurders een hogere boete of een langere gevangenisstraf kan opleggen. De minister kijkt ook of hij af kan van de praktijk dat een rijontzegging wordt opgeschort zolang een hoger beroep loopt. Ook voor rijden ondanks een rijverbod en voor zeer gevaarlijk, maar desondanks goed afgelopen rijgedrag wil Grapperhaus de maximumstraf verhogen. Hij komt deze week nog met concrete plannen.
Zijn collega van Infrastructuur en Waterstaat, Cora van Nieuwenhuizen, wil de lat lager leggen om een rijbewijs af te pakken. Ervaren bestuurders moeten in het vervolg mogelijk al een keuring ondergaan als ze gepakt worden met 1,3 promille alcohol in hun bloed (voor een man een glas of vijf, voor een vrouw wat minder), waar dat nu nog 1,8 is. Wie in herhaling valt, is al bij 1,0 promille gezien. Op grond van de keuring kan het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) het rijbewijs innemen.
Grapperhaus en Van Nieuwenhuizen wijzen erop dat alcohol in het verkeer levensgevaarlijk is. Rijden onder invloed eiste in 2015 naar schatting 75 tot 140 levens. Vorig jaar bleken ruim 17.000 bestuurders zoveel te hebben gedronken dat ze riskeerden verplicht op cursus te moeten.
Alcoholsloten worden definitief niet meer opgelegd. Het CBR mocht dat al niet meer doen, en het kabinet heeft besloten ook de rechter die mogelijkheid niet te geven. Rechters zouden daarvan zo weinig gebruik maken dat de maatregel weinig toevoegt, schat het kabinet in.