De verkoop van lachgas bij groothandels en gewone winkels wordt ingeperkt en de verkoop van gasflessen buiten de technische industrie en de zorg wordt verboden. Het zijn enkele onderdelen van het wetsvoorstel waarmee het kabinet het gebruik van lachgas voor recreatief gebruik wil tegengaan.
Of het verbod er komt is nog allerminst zeker. Daarvoor is een meerderheid in de Tweede Kamer nodig. Toen Blokhuis zijn plan in december aankondigde, toonden coalitiepartijen VVD en D66 zich onaangenaam verrast. Het was volgens ingewijden niet in de coalitie besproken. VVD en D66 lieten toen weten niet voor een verbod te zijn.
Sectoren waar lachgas wordt gebruikt, zoals de technische industrie en de horeca, komen niet onder het verbod te vallen. Ook de zorg is uitgezonderd, omdat lachgas daar als geneesmiddel wordt gebruikt.
Het toenemende gebruik van lachgas als partydrug is staatssecretaris Paul Blokhuis (Volksgezondheid) al langer een doorn in het oog. "Lachgas wordt steeds vaker en in grotere hoeveelheden gebruikt als drug, met name door jongeren. Met grote risico’s voor hun eigen gezondheid, maar ook voor anderen, bijvoorbeeld in het verkeer", zegt Blokhuis.
Groothandels mogen straks alleen nog lachgaspatronen aan bepaalde bedrijven verkopen, en niet meer dan 250 ampullen tegelijk. De verkoop in winkels aan consumenten wordt nog verder beperkt. "Zij mogen alleen lachgas in ampullen kopen en bezitten met het doel hier slagroom mee op te kloppen", stelt het ministerie. Alleen mensen ouder dan achttien mogen de ampullen dan kopen, en niet meer dan tien patronen.
De horeca en technische industrie hoeven geen ontheffing of vergunning aan te vragen.
Het wetsvoorstel gaat vrijdag 'in consultatie': mensen kunnen tot 10 juli ideeën of suggesties aandragen. Het kabinet wil het verbod op 1 januari 2021 laten ingaan.