Kabinet: risico's hulp aan Syrische rebellen bleef onderbelicht

20 dec 2022, 16:41 Landelijk
kabinet risicos hulp aan syrische rebellen bleef onderbelicht
ANP
Het kabinet heeft bij de hulp aan Syrische rebellengroepen tussen 2015 en 2018 te weinig aandacht besteed aan de "volkenrechtelijke beperkingen en risico's". Die aspecten zijn "onderbelicht" gebleven, erkent minister Wopke Hoekstra (Buitenlandse Zaken).
Hij reageert in een brief aan de Kamer op het rapport van de commissie-Cammaert die onderzoek deed naar het zogenoemde NLA-programma. In de drie jaren kregen zo'n twintig rebellengroepen in Syrië van Nederland hulp (geen wapens) ter waarde van ruim 27 miljoen euro. Het ging om computers, pick-uptrucks, uniformen en tenten.
Volgens de minister hadden de volkenrechtelijke beperkingen en risico's "een prominentere rol moeten spelen in de besluitvorming". Verder hadden juristen een grotere rol moeten spelen in het hulpprogramma en had de communicatie in bepaalde zaken naar de Kamer beter gekund. Dat wil het kabinet in de toekomst verbeteren.
Wel bleef het programma binnen de grenzen van het internationaal recht, vindt het kabinet. Maar het erkent ook dat met de hulp "de randen van het non-interventiebeginsel zijn opgezocht". Er lag namelijk geen VN-resolutie aan de hulp ten grondslag en er was ook geen uitnodiging van de Syrische overheid.
Het kabinet wilde wat doen aan het bloedvergieten in Syrië en werd daarin gesteund door de Kamer. Met het hulpprogramma is volgens Hoekstra "een bijdrage geleverd" aan de verdrijving van terreurgroep IS uit Syrië en heeft de gematigde oppositie langer stand kunnen houden.
De commissie had ook kritiek op de toezicht op de hulp. Daarvoor was het ministerie afhankelijk van bondgenoten en organisaties die de steun uitvoerden. Monitoring van het programma was heel moeilijk, geeft het kabinet toe. Daar moet het kabinet in de toekomst transparant over zijn. Ook richting de Kamer, aldus Hoekstra.
Het kabinet neemt "met instemming" kennis van de conclusie van de commissie dat de Nederlandse steun niet terechtgekomen is bij jihadisten of terroristen. Daar is volgens de commissie geen aanwijzing voor, maar ze zegt dat het ook niet is uit te sluiten.