Nederland moet zijn cultureel erfgoed actiever gaan beschermen tegen verkoop aan het buitenland, vindt het kabinet. Daarom komt er een vaste, onafhankelijke commissie die in kaart gaat brengen welke nog onbeschermde kunstwerken en cultuurgoed onmisbaar zijn, zoals de commissie-Pechtold heeft voorgesteld.
Die commissie, onder leiding van voormalig D66-leider Alexander Pechtold, was aan het werk gezet na de commotie die ontstond toen prinses Christina begin dit jaar een tekening van Peter Paul Rubens liet veilen. Kunstkenners waren verontwaardigd omdat het werk niet eerst aan Nederlandse musea was aangeboden.
Nederland moet beter in kaart brengen wat er nog ontbreekt aan het beschermd erfgoed, zegt ook minister Ingrid van Engelshoven (Cultuur). De nieuwe commissie gaat zich daarover buigen. Vervolgens gaan deze deskundigen op zoek naar cultuurgoed in particuliere handen dat die leemtes kan vullen. De commissie kan dat dan voordragen voor bescherming.
Van Engelshoven laat meteen al de regels los die ervoor zorgden dat Nederland zo terughoudend was om te beletten dat erfgoed naar het buitenland verdween, schrijft ze aan de Tweede Kamer. Ze vraagt de nieuwe commissie straks om advies over nieuwe regels.
Andere aanbevelingen van Pechtold en co neemt de minister niet over. Wie een "belangwekkend cultuurgoed" wil verkopen, hoeft dat niet te melden. De verkoper hoeft ook niet langer te wachten voor de koop wordt gesloten. Dat bezorgt te veel gedoe, vindt Van Engelshoven. Ook wil ze niet vastleggen dat de overheid altijd genoeg geld opzij moet hebben gelegd om erfgoed op te kopen dat naar het buitenland dreigt te verdwijnen.