Nederland geeft ondanks kritische geluiden uit de krijgsmacht "een beperkt aantal" pantserhouwitsers aan Oekraïne. Dat gebeurt samen met de Duitsers, zegt minister Kajsa Ollongren (Defensie) dinsdag na overleg in Duitsland.
De pantserhouwitser is het zwaarste geschut van de Landmacht. Nederland levert alleen de houwitser, de Duitsers gaan de training verzorgen en leveren ook de benodigde munitie aan de regering in Kiev die om dit materieel heeft gevraagd.
Duitsland gaat ook de logistiek verzorgen om het geschut op de plaats te krijgen waar de Oekraïense militairen zullen worden getraind die de pantserhouwitsers gaan gebruiken. Volgens Ollongren gaat het materieel binnen een maand die kant op gaan.
De training van de Oekraïners "kost even tijd", aldus de minister. "In ieder geval weken en misschien wel maanden." Maar ook na de oorlog zullen de wapens volgens haar van heel veel betekenis zijn voor het Oekraïense leger.
De Oekraïners zeggen in deze fase van de oorlog, met zware gevechten in de Donbas en in het zuiden, de strijd alleen met dit soort zwaar geschut te kunnen winnen. Ollongren: "Dit past precies bij wat Oekraïne nu zegt nodig te hebben."
Binnen de krijgsmacht zijn bedenkingen tegen de levering. Eind vorige week kondigde het kabinet al aan vermoedelijk dit zwaar geschut te gaan sturen. Volgens voorzitter Niels van Woensel van de Nederlandse Officieren Vereniging kan de levering gevolgen hebben voor de inzetbaarheid en slagkracht van het Nederlandse leger.
"We hebben de 29 houwitsers in depot nu niet allemaal nodig, maar het is voor onze eigen inzetbaarheid belangrijk dat we ze op voorraad hebben", zegt Van Woensel. En de krijgsmacht heeft al een gebrek aan vuurkracht.
Volgens de minister gaat de leverantie niet ten koste van de eigen inzetbaarheid van het eigen leger. "Daarom leveren we een beperkt aantal." De pantserhouwitsers die nu worden gestuurd, staan in de opslag. Defensie zal een reservevoorraad aanhouden, zegt ze.
De Landmacht heeft in totaal 54 pantserhouwitsers en kampt met allerlei tekorten. Ollongren vindt het verdedigbaar om toch te leveren. "Het is ontzettend belangrijk, ook voor ons, dat de Russen niet zomaar een soeverein land in Europa kunnen binnenvallen en daar ook nog mee wegkomen."
Het risico bestaat dat de wapens in handen vallen van de Russen. "Dat kun je niet wegnemen", zegt Ollongren. "Tegelijkertijd doen we het omdat we het belangrijk vinden dat Oekraïne zichzelf kan verdedigen. En dat kunnen ze alleen als landen als Nederland hun helpen met wapens en wapensystemen."