Sekswerkers die in de toekomst zonder vergunning werken, hoeven niet te vrezen voor een boete van de gemeente. En klanten die straks prostituees bezoeken die zonder vergunning werken, zijn strafbaar maar worden niet vervolgd als zij melding maken van misstanden die ze hebben opgemerkt. Het kabinet zal een wetsvoorstel dat in de maak is onder meer op deze punten wijzigen, schrijft staatssecretaris Eric van der Burg van Justitie in een brief aan de Tweede Kamer.
In het coalitieakkoord is afgesproken dat seksbedrijven en sekswerkers zelf een vergunning moeten hebben om te mogen werken. Zij komen in een landelijk register terecht. Sekswerk blijft wel legaal maar de coalitie wil de branche reguleren om dwang en uitbuiting te voorkomen en aan te pakken. De nieuwe regels maken toezicht en handhaving makkelijker, is het idee. Vanuit de seksbranche bestaat weerstand tegen de nieuwe regels.
Na opmerkingen van de Raad van State, vanuit de Tweede Kamer en van sekswerkers en hun belangenorganisaties schrapt het kabinet de boete voor sekswerkers die geen vergunning hebben geregeld. Ze willen daarmee voorkomen dat ze zich belemmerd voelen misstanden te melden of aangifte te doen als er iets is misgegaan. Het voornaamste doel moet volgens Van der Burg zijn dat alle sekswerkers de juiste hulp en zorg krijgen, of ze nu wel of niet een vergunning hebben.
Voor klanten van een onvergunde sekswerker geldt eveneens dat het kabinet ze niet wil afschrikken met de strafbaarheid, waardoor ze uitbuiting, dwang of minderjarigheid niet zouden melden. Wel wordt in de wet goed geformuleerd dat klanten zich achteraf niet ten onrechte kunnen verschuilen achter deze uitsluitingsgrond. Ook degenen die onvergund sekswerk faciliteren, zijn straks strafbaar. Het gaat dan met name om exploitanten en anderen die profijt hebben van het werk van de prostituee. Anderen die onvergunde sekswerkers helpen of steunen, zoals artsen, welzijnswerkers, verkopers van voorbehoedsmiddelen of advocaten, zijn niet strafbaar.
Prostituees die een vergunning aanvragen, moeten daarvoor twee keer een gesprek hebben met gemeenteambtenaren. Daarin moet duidelijk worden dat de betrokkene zelfredzaam is en niet gedwongen wordt tot de seksuele handelingen. Het tweede gesprek moet wat betreft de staatssecretaris een jaar na de afgifte van de vergunning plaatsvinden.