De douane moet vaker gegevens kunnen delen met politie, marechaussee, de FIOD en de FIU (meldpunt voor ongebruikelijke geldtransacties), vindt verantwoordelijk demissionair staatssecretaris van Financiën Aukje de Vries. Dit is volgens haar van belang in de strijd tegen ondermijnende criminaliteit en andere illegale activiteiten. De staatssecretaris komt met een wetsvoorstel om dit te regelen.
De douane kan relevante informatie hebben waarmee een strafbaar feit is op te sporen. Dan gaat het bijvoorbeeld om drugshandel, omvangrijke milieudelicten, wapenhandel en ernstige fraude. Nu is het zo dat de douane deze gegevens alleen kan delen als er een concreet vermoeden van een strafbaar feit bestaat. De Vries wil dat de douane ook zonder dit vermoeden al gegevens kan delen.
"Criminelen die drugs smokkelen, hebben onbeperkte middelen voor hun illegale activiteiten", aldus De Vries. "Zij trekken zich niks aan van grenzen en regels. Wij moeten daarom zorgen dat de mensen die ons land veilig houden hun werk zo effectief mogelijk kunnen doen. Deze wet helpt daarbij. Als douaniers bijvoorbeeld informatie over drugssmokkel delen met de politie, kan de politie een drugslab eerder in beeld krijgen. Zo worden de buurten in onze steden en dorpen veiliger."
Bij het delen kan het gaan om grotere hoeveelheden informatie of juist informatie over individuen. Zo moeten bijvoorbeeld douanegegevens inzicht kunnen geven in welke bedrijven een bepaald soort grondstof van drugs hebben geïmporteerd om zo mogelijke producenten in beeld te krijgen. Bij individuele gevallen moet het bijvoorbeeld mogelijk worden dat de politie van de douane informatie krijgt over een voertuig dat al langer stilstaat op een haventerrein.
Daarbij, zo belooft de staatssecretaris, "waarborgt het wetsvoorstel dat de gegevens zorgvuldig worden behandeld". Volgens haar verstrekt de douane "niet meer informatie dan noodzakelijk" en moeten gegevens worden geanonimiseerd als die "niet noodzakelijk zijn om criminaliteit tegen te gaan".
De plannen gaan in consultatie, wat betekent dat belanghebbenden kunnen meedenken. In een later stadium gaan ze naar de Tweede Kamer.