Het kabinet wil een militaire bijdrage gaan leveren aan de EU-missie in Bosnië-Herzegovina (Althea). De Europese Unie wil die missie uitbreiden met het oog op de oorlog in Oekraïne en de kans op toenemende spanningen daardoor op de westelijke Balkan.
Naast een aantal adviseurs denkt het kabinet aan de inzet van een "militaire eenheid", mogelijk gezamenlijk met een partnerland. Wanneer en om hoeveel militairen het gaat, kan een woordvoerder Defensie nog niet zeggen. De ambitie is hier wel om een grotere bijdrage te leveren.
Het kabinet wil "meer verantwoordelijkheid voor onze Europese veiligheid" nemen, aldus minister Kajsa Ollongren (Defensie). Nederland deed tussen 2004 en 2017 ook al mee aan Althea. De missie moet onder meer de veiligheid in Bosnië-Herzegovina waarborgen.
De spanningen lopen in het land op door de Bosnisch-Servische leider Milorad Dodik. Die wil de Republika Srpska afscheiden van de rest van het land. Door de oorlog in Oekraïne zette hij naar eigen zeggen zijn plannen voor afscheiding voorlopig in de koelkast.
Het kabinet wil de inzet in Irak eveneens verlengen tot 31 juli 2025. Momenteel beveiligen zo'n 120 militairen het internationale vliegveld van Erbil in Koerdisch Noord-Irak. Daar komt een einde aan. Militairen gaan de NAVO-missie in Bagdad en omgeving helpen. Hoeveel militairen daarvoor worden ingezet is nog niet duidelijk.
Verder zal er voorlopig geen nieuwe bijdrage komen aan de VN-missie in Mali. Ook enkele langlopende kleine missies komen ten einde waaronder de waarnemingsmissie die sinds 1974 op de Golan-hoogvlakte toeziet op het staakt-het-vuren tussen Syrië en Israël.