Mocht in de toekomst een nieuwe, gevaarlijke coronavariant de kop opsteken, dan wil het kabinet basis- en middelbare scholen alleen nog deels sluiten. In het mbo en hoger onderwijs komt dan mogelijk een beperking van de groepsgrootte, maar ook daar moet het onderwijs in ieder geval deels doorgaan. Dat staat in de onderwijsstrategie voor de (middel)lange termijn, die onderwijsministers Robbert Dijkgraaf en Dennis Wiersma donderdag naar de Tweede Kamer stuurden.
Als de situatie het toelaat, moeten kwetsbare leerlingen of specifieke groepen, zoals examenleerlingen, nog wel naar school kunnen. Dat is het allerlaatste scenario dat de onderwijsministers schetsen. In alle minder ernstige scenario's zijn scholen volledig open. Wel zijn dan maatregelen denkbaar, bijvoorbeeld om contact te beperken. Ook kunnen scholen van leerlingen vragen zichzelf regelmatig te testen, zodat ze verspreiding voorkomen.
Verder wil het kabinet nadenken hoe het onderwijs "meer flexibel" wordt, zodat het onderwijsveld sneller kan inspelen op een coronagolf. Daarbij denken de ministers onder meer aan het verbeteren van digitaal onderwijs, het anders indelen van vakanties, of het aanpassen van het examensysteem. Dijkgraaf en Wiersma benadrukken dat deze ideeën nog meer uitwerking nodig hebben en dat de huidige strategie zich vooral op hoofdlijnen richt. Voor de zomer willen de bewindslieden met een nadere uitwerking komen.
Het kabinet kondigde in februari al aan dat het openhouden van de samenleving het uitgangspunt wordt voor mogelijk toekomstig coronabeleid. Volgens zorgminister Ernst Kuipers verschuift de aandacht van "de uitsluiting van risico's naar meer beheersing daarvan en naar een zo normaal mogelijke manier van leven". Ook is een bepaling uit de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 gehaald, zodat onder meer scholen niet meer opeens beperkt of gesloten kunnen worden. Er blijven alleen nog maatregelen over die wel snel ingevoerd kunnen worden, zoals het houden van afstand.