Het kabinet wil Syriëgangers die van terroristische misdrijven worden verdacht, toch naar Nederland halen om ze te berechten. Minister Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) overlegt met een aantal Europese landen over samenwerking om uitreizigers op te halen.
De rechtbank in Rotterdam heeft eerder geoordeeld dat het kabinet zich moet inspannen om tien vrouwen in Syrië op te halen. Het Openbaar Ministerie wil deze vrouwen vervolgen. Omdat dit lang duurt, eiste een uitreizigster om de zaak tegen haar te beëindigen.
In februari besloot de rechtbank dat de zaak tegen deze vrouw, die vastzit in een kamp in Noord-Syrië, zou worden gestopt als de Nederlandse Staat niet snel werk zou maken van haar repatriëring. De Staat kreeg nog ruim drie maanden om te laten zien dat ze stappen zet om de verdachte hier te berechten.
Grapperhaus schrijft donderdag aan de Tweede Kamer dat de rechter heeft besloten de uitspraak van februari te herzien. Hij krijgt nog maximaal zes maanden voor deze zaak, maar hij moet dan volgens de rechtbank wel "concrete daden" laten zien.
"De rechtbank oordeelt dat duidelijkheid is verkregen over de wens om de verdachte in Nederland te berechten - waaraan de nationale veiligheid niet zonder meer in de weg staat - en over de voortgang van de zaak", aldus de minister.
Het ophalen van Syriëgangers is een gevoelig onderwerp in de Tweede Kamer. Het kabinet zegt dat het te gevaarlijk is om ze op te halen. Een Kamermeerderheid wil niet dat uitreizigers die zich hebben aangesloten bij IS worden teruggehaald. Het kabinet zet in op berechting in de regio.