Niet eerder stond een Nederlands kabinet zo uitgebreid stil bij het slavernijverleden als dit jaar: bijna de helft van het kabinet trekt vrijdag het land in om aanwezig te zijn bij slavernijherdenkingen. De meeste andere bewindspersonen - onder wie premier Mark Rutte - laten zich zaterdag zien bij plechtigheden in het teken van dit verleden. Zaterdag 1 juli is het precies 150 jaar geleden dat er een eind kwam aan de slavernij onder Nederlands bewind.
Vicepremier Sigrid Kaag zal in de middag een toespraak geven bij een herdenking in Arnhem waarbij ook burgemeester Ahmed Marcouch aanwezig is. Op het programma staan ook een kranslegging door jongeren, een optreden van een vrouwenkoor en een poëzievoordracht.
Ministers Hanke Bruins Slot (Binnenlandse Zaken), Carola Schouten (Armoedebeleid) en Franc Weerwind (Rechtsbescherming) wonen een kerkdienst bij in Amsterdam die in het teken staat van dit verleden. Staatssecretaris Gunay Uslu (Cultuur) houdt een toespraak op het festival Jazz & Vrijheid in dezelfde stad. Ook bij plechtigheden in Groningen, Leeuwarden, Nijmegen, Rotterdam, Tilburg, Utrecht, Zoetermeer zullen kabinetsleden aanwezig zijn.
Op 1 juli 1863 werd de wet van kracht die de afschaffing regelde van de slavernij in Suriname en het Caraïbisch gebied. Maar het duurde nog tot in 1873 voordat hier werkelijk een eind aan kwam. In de wet stond namelijk vastgelegd dat slaafgemaakten nog tien jaar gedwongen door moesten werken op de plantages.
Koning Willem-Alexander zal zaterdag een toespraak houden bij een herdenking in het Oosterpark in Amsterdam, waarbij ook Rutte aanwezig is. Ingewijden verwachten dat de koning de vorig jaar uitgesproken excuses van de premier zal herhalen.
Lang werd het einde van de slavernij alleen kleinschalig herdacht in Nederland, vaak in besloten kring. In de jaren negentig begon een comité in Amsterdam een jaarlijkse herdenking te organiseren, waarna ook andere steden volgden.
Rutte sprak vorig jaar in een brief over zijn excuses van een "toenemend maatschappelijk besef" van deze geschiedenis. "Deze verandering is mede te danken aan de ongebreidelde inzet van verschillende groepen en individuen die dit onderwerp vasthoudend en vaak tegen de verdrukking in zijn blijven agenderen", schreef hij.