De Tweede Kamer bespreekt woensdag de klimaatplannen van het kabinet. Ook de kritische Klimaat- en Energieverkenning die het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) begin deze maand uitbracht komt aan bod tijdens het debat met minister Rob Jetten (Klimaat en Energie). Uit het rapport bleek dat het kabinet de eigen doelen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen nog niet haalt.
Met het concreet uitgewerkte beleid, waaronder ook voorgenomen beleid valt, komt Nederland nog niet verder dan een vermindering van de uitstoot met 39 tot 50 procent in 2030. Met plannen die nog niet concreet zijn uitgewerkt, maar wel zijn afgesproken in het coalitieakkoord, kan in het gunstigste geval 52 procent worden gehaald. In datzelfde coalitieakkoord is echter afgesproken dat het kabinet moet mikken op 60 procent reductie ten opzichte van 1990. Eigenlijk is 55 procent het doel, maar door iets daarboven te mikken wordt de kans groter dat dit daadwerkelijk wordt gehaald, is de gedachte van het kabinet.
"Een snellere uitvoering van de bestaande plannen én formulering van aanvullend beleid zijn nodig om het Nederlandse klimaatdoel in 2030 te halen", adviseerde het PBL. Jetten erkende in een brief dat het duidelijk is "dat er nog een groot gat overbrugd moet worden".
Linkse oppositiepartijen willen veel meer ingrepen zien van het kabinet, en vinden dat Jetten niet moet wachten tot het voorjaar voordat hij extra maatregelen aankondigt. Coalitiepartijen VVD en CDA benadrukken steeds dat veel maatregelen nog niet zijn meegerekend. Het PBL zegt dat veel aangekondigd beleid nog te vaag is om mee te nemen. Rechtse oppositiepartijen als de PVV en Forum voor Democratie vinden dat het klimaatbeleid doorschiet en te veel geld kost.
De 55 procent vermindering in 2030 is in lijn met het EU-doel. Dat cijfer wordt overigens nog iets aangescherpt, kondigde Eurocommissaris Frans Timmermans eerder deze maand aan op de klimaattop in Sharm-el-Sheikh. De EU denkt nu dat in de praktijk 57 procent haalbaar is.