Minister-president Mark Rutte spreekt dinsdag de regeringsverklaring van zijn vierde kabinet uit in de Tweede Kamer, die daar vervolgens over in debat gaat. Dat debat is bedoeld om formeel vast te stellen of het nieuwe kabinet kan rekenen op het vertrouwen van een meerderheid in de volksvertegenwoordiging.
Het debat over de regeringsverklaring is ook de eerste gelegenheid voor de oppositie om de plannen uit het regeerakkoord onder vuur te nemen. Daarbij zal veel aandacht uitgaan naar het plan om de AOW niet mee te laten stijgen met de voorgenomen ophoging van het wettelijk minimumloon. Ook maatregelen om kostenstijgingen in de zorg te beteugelen zijn bij de oppositie niet goed gevallen.
Het Centraal Planbureau (CPB) heeft op verzoek van de Tweede Kamer een doorrekening gemaakt van de plannen van het kabinet. Ook dat heeft voer voor discussie opgeleverd; volgens de rekenmeesters wordt door alle voorgenomen miljardeninvesteringen een mogelijk torenhoge rekening doorgeschoven naar toekomstige generaties.
Tijdens de eerste dag van het debat komen de fractievoorzitters van alle partijen aan bod. Woensdag volgt de beantwoording van alle vragen door het kabinet en krijgen de partijen de kans om moties in te dienen. Daar wordt na afloop direct over gestemd.
Normaal zouden alle ministers en staatssecretarissen aanwezig zijn bij het debat. Maar deze keer zitten in verband met de coronamaatregelen maar drie ministers bij Rutte in 'Vak K'. Voor D66 en de ChristenUnie zullen dat de vicepremiers Sigrid Kaag en Carola Schouten zijn. CDA-vicepremier Wopke Hoekstra zit thuis na een positieve coronatest en laat zich vervangen door minister Karien van Gennip (Sociale Zaken).