De Tweede Kamer is nog niet overtuigd van het voorstel van het kabinet om het toezicht op de advocatuur te versterken. Vorige week stuurde minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming) een voorstel aan de Kamer dat onder meer moet voorkomen dat zware criminelen advocaten misbruiken om vanuit de gevangenis opdrachten te blijven geven, zoals Ridouan Taghi gedaan zou hebben.
Nu is het nog zo geregeld dat de advocatuur zichzelf reguleert, via een van de zogenoemde dekens. Straks komt de taak wat Weerwind betreft te liggen bij een Landelijke toezichtautoriteit advocatuur (LTA). Die autoriteit moet echter ook weer gaan bestaan uit een groep van drie advocaten, onder leiding van de beroepsorganisatie Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA).
Tijdens een debat over het onderwerp uitten alle aanwezige partijen hun zorgen over het plan van Weerwind. SP'er Michiel van Nispen noemde het mede namens zelfstandig Kamerlid Pieter Omtzigt "kwetsbaar". Joost Sneller (D66) sloot zich daarbij aan en zei ook "nog niet overtuigd" te zijn van het plan.
VVD'er Ulysse Ellian noemde het voorstel van de minister "anders dan ik verwacht had". Hij betwijfelt of het "verstandig" is om het toezicht op deze manier aan de advocatuur zelf over te laten, omdat hij niet weet of de situatie rond de advocatuur "dat vertrouwen rechtvaardigt".
Ook uitte Ellian zijn bedenkingen bij de manier waarop het voorstel tot stand gekomen is, gezien de belangrijke rol van iemand die vanuit NOvA gedetacheerd was bij het ministerie. Hij vroeg verder aandacht voor de kwetsbare positie van advocaten die onder druk gezet worden door criminelen.
Minister Weerwind zei het vooral belangrijk te vinden dat er geen "staatstoezicht" zou ontstaan, omdat advocaten een belangrijke rol spelen in de rechtsstaat. Hij zei dat ervoor gekozen is om de LTA onder te brengen bij de branche, omdat dat het "meest gezonde model" is. Voorwaarde is wel dat er "goede waarborgen" worden ingebouwd om te zorgen dat die toezichthouder niet afhankelijk wordt van de NOvA.
De drie aanwezige Kamerleden waren door de antwoorden nog steeds niet helemaal gerustgesteld en zeiden er nog over na te willen denken. Van Nispen en Ellian stelden voor dat de toezichthouder misschien beter een soort zelfstandig bestuursorgaan kan worden. Dat zijn meer toezichthouders, zoals bijvoorbeeld de Autoriteit Financiële Markten.