Hoewel minister Sigrid Kaag (Buitenlandse Handel) er niet voor voelt, wil de Tweede Kamer toch dat het kabinet Nederlandse kleding- en textielbedrijven in het Chinese Xinjiang gaat aanmoedigen om de regio te verlaten. Daar wordt de moslimminderheid Oeigoeren op grote schaal onderdrukt.
Een meerderheid van de Kamer steunde dinsdag een motie van die strekking van GroenLinks. Vaak is het voor die bedrijven namelijk niet duidelijk of ze bijdragen aan mensenrechtenschendingen, aldus GroenLinks. Kaag zei eerder dat het "niet de rol van de overheid" is om de bedrijven daar aan te sporen om te vertrekken.
China ligt internationaal onder vuur om de onderdrukking van de Oeigoeren. Ze moeten dwangarbeid in fabrieken en op plantages verrichten en ongeveer een miljoen Oeigoeren zitten vast in zogenoemde heropvoedingskampen. De autonome regio Xinjiang is de belangrijkste katoenproducent van China.
Kaag deed maandag nog een poging om de Kamer tevreden te stemmen. Ze schreef dat ze met werkgeversorganisatie VNO-NCW over de kwestie gaat spreken. Ze zal ondernemers die actief zijn in Xinjiang dan "aansporen om conform de OESO-richtlijnen af te wegen of men uit Xinjiang moet vertrekken".