De Tweede Kamer wil dat het demissionaire kabinet zich "maximaal" inzet voor een vertrek van zogenoemde derdelanders die uit Oekraïne naar Nederland zijn gevlucht naar hun land van herkomst. Een verzoek van die strekking van de Kamerleden Ruben Brekelmans (VVD) en Mona Keijzer (BBB) krijgt steun van een ruime meerderheid.
Derdelanders zijn mensen die als migrant in Oekraïne verbleven ten tijde van de Russische inval in dat land. Zij hadden tot voor kort hetzelfde recht op opvang als Oekraïense vluchtelingen. Een uitspraak van de Raad van State, de hoogste bestuursrechter, maakte daar eerder dit jaar een einde aan. Sinds 4 maart heeft deze groep geen recht meer om in Nederland te verblijven. Vanaf deze week moeten ze ook echt Nederland verlaten.
Hoewel verschillende rechtbanken sindsdien tegenstrijdige uitspraken hebben gedaan in individuele beroepszaken, houdt het kabinet vol dat derdelanders het land uit moeten. De Tweede Kamer schaart zich daar dus achter door uit te spreken "dat derdelanders die veilig kunnen terugkeren naar hun herkomstland, zo snel mogelijk dienen te vertrekken".