De verbeteringen in de jeugdzorg laten te lang op zich wachten, vindt de Tweede Kamer. Het kabinet moet meer haast maken. Een deel van de Kamer wil daarnaast landelijke tarieven voor de jeugdzorg. Een groot deel van de Kamer wil af van de Europese aanbestedingsregels als gemeenten jeugdzorg inkopen.
Dat werd duidelijk in een debat over de inkoop en aanbesteding van de jeugdzorg en maatschappelijke ondersteuning. Na verontrustende rapporten over de slechte kwaliteit van de jeugdzorg, lange wachtlijsten en niet-passende jeugdzorg kondigde het vorige kabinet een paar jaar geleden aan met diverse wetten te komen om de knelpunten in jeugdzorg aan te pakken. Veel van die wetten zijn er nog lang niet.
Daarnaast zitten de gesprekken over vernieuwing van de jeugdzorg in een impasse, nadat gemeenten uit het overleg waren gestapt. Gemeenten willen pas weer verder praten als het kabinet de extra bezuiniging van een half miljard euro vanaf 2025 op de jeugdzorg schrapt.
De Kamer moet het vooralsnog doen met een wetsvoorstel om de inkoop en aanbesteding door gemeenten te verbeteren en aanbieders betere prijzen voor verleende zorg te geven. Die wet kan helpen de jeugdzorg te verbeteren, maar het wetsvoorstel geeft geen antwoord op de prangende problemen in de jeugdzorg, vindt een groot deel van de Kamer. Ook bij enkele coalitiepartijen raakt het geduld op.
Staatssecretaris Maarten van Ooijen (Jeugdzorg) deelt dat ongeduld, maar stelde meteen dat niet alles kan. De verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg is in 2015 aan gemeenten overgedragen. Kabinet en parlement kunnen vanwege die decentralisatie, de daarbij behorende gemeentelijke beleidsvrijheid niet zomaar inperken. Het opleggen van een landelijk tarief voor jeugdzorg grijpt wel in op die lokale beleidsvrijheid, aldus Van Ooijen. De Europese aanbestedingsrichtlijn kan volgens hem evenmin zomaar aan de kant worden gezet. De SP wil dat het kabinet dit wel gewoon doet.
Ook een verbod op winstuitkering aan jeugdzorgaanbieders wil Van Ooijen nog niet wettelijk regelen, zoals onder meer SP, GroenLinks en coalitiepartij ChristenUnie wel willen. "lk heb een rothekel aan excessieve winstuitkeringen. Zorggeld mag niet opgaan aan winsten", stelde Mirjam Bikker (CU). De noodzaak tot de aanpak van excessieve winsten is actueler dan ooit, betoogde Maarten Hijink (SP). Onderzoek van de Algemene Rekenkamer wijst uit dat de aanpak van zorgfraude "een totale mislukking" is, aldus Hijink.