De Tweede Kamer is blij met het verbod op doxing dat het kabinet heeft voorgesteld, al gaat dat op sommige punten voor het parlement nog niet ver genoeg. De maximale straf voor het verspreiden of publiceren van persoonlijke gegevens met als doel iemand lastig te vallen moet omhoog, vindt de Kamer. Ook moet de illegale informatie zo snel mogelijk van het internet af kunnen worden gehaald, vinden de partijen.
Op doxing wil justitieminister Dilan Yeşilgöz maximaal een jaar gevangenisstraf of een boete van 9000 euro zetten. Maar VVD-Kamerlid Ingrid Michon-Derkzen, die in 2021 om een doxing-verbod vroeg, stelt voor maximaal twee jaar gevangenisstraf en een boete van maximaal 22.500 euro mogelijk te maken. De minister zei in het Kamerdebat dat ze de wens van de Kamer zal volgen. Het verbod op zich krijgt steun van de hele Kamer, met uitzondering van Forum voor Democratie.
SGP'er Kees van der Staaij heeft samen met Anne Kuik van het CDA voorgesteld om vast te leggen dat de straf voor doxing hoger uitpakt als gegevens verspreid worden van een aantal specifieke beroepsgroepen. Het gaat onder anderen om burgemeesters, politiemensen, advocaten, politici en journalisten. Yeşilgöz vindt dat niet nodig, zeker niet als de maximale straf wordt opgehoogd. Volgende week wordt over het wetsvoorstel en de wijzigingsvoorstellen gestemd.
Kamerleden wilden ook weten wat de minister kan doen om te voorkomen dat persoonlijke gegevens gepubliceerd worden. Een meerderheid is voor een voorstel van D66'er Joost Sneller dat Kadaster-informatie makkelijker afgeschermd kan worden. Yeşilgöz is daar positief over en zei dat het kabinet binnenkort met een reactie daarop komt.
Verder komt er in samenwerking met de internetsector een laagdrempelig meldpunt waar slachtoffers de gewraakte informatie snel kunnen melden. Dat moet medio 2024 operationeel zijn, aldus de minister. Ook kan de illegale content volgens haar snel van het internet af worden gehaald. Daarvoor is een bevel van de officier van justitie nodig, waarna de rechter-commissaris een machtiging afgeeft. Op jaarbasis schat het Openbaar Ministerie dat er zo'n 1500 doxing-zaken zullen zijn. Daarvoor is 5,7 miljoen euro uitgetrokken.
De Kamer vroeg zich ook af of het in de praktijk wel mogelijk is om voor de rechter te bewijzen dat iemand kwade bedoelingen had met het publiceren van gegevens. Yeşilgöz verwacht van wel, omdat ook gekeken wordt naar de context waarin gegevens gepubliceerd worden. Bijvoorbeeld als het gaat om een appgroep van uitgesproken tegenstanders van het slachtoffer.