De Tweede Kamer wil helderheid welke kunstwerken tot de privécollectie van de koninklijke familie behoren en welke in bezit zijn van het Rijk. Een meerderheid steunde een voorstel van D66.
Volgens die partij is het eigenaarschap van veel kunstwerken in de koninklijke collectie onduidelijk, omdat ze in de loop van eeuwen aan de collectie zijn toegevoegd zonder goede registratie. D66 is al langer kritisch over de omgang met kunstwerken van de Oranjes.
Vorig jaar januari vroeg D66-Kamerlid Salima Belhaj al opheldering aan premier Mark Rutte, nadat een tekening van Peter Paul Rubens door prinses Christina ter veiling werd aangeboden aan het Amerikaanse veilingshuis Sotheby's. Volgens Belhaj was het helemaal niet aan Christina om deze keuze te maken, omdat zij het stuk slechts in bruikleen zou hebben.
D66 wilde dat minister Ingrid van Engelshoven (Cultuur) de volledige collectie van wijlen koning Willem III met spoed tot werelderfgoed zou verklaren, zodat stukken tegen verkoop aan het buitenland beschermd zijn. De minister antwoordde dat het "aan de eigenaar zelf was" wat er met het kunstwerk gebeurde. De veiling ging door en het stuk leverde 8,2 miljoen dollar op.
In dezelfde periode kocht het Rijk in stilte kunst en antiek van de Oranjes, om te voorkomen dat de koninklijke familie die zou verkopen aan anderen.