De Tweede Kamer worstelt nog met een belastingvoordeel voor werkende ouders dat op termijn komt te vervallen. Partijen zijn het erover eens dat de korting niet zomaar per 1 januari 2025 kan verdwijnen, nu de daaraan gekoppelde belofte van bijna gratis kinderopvang pas twee jaar later kan worden ingelost. Maar hoe het in de tussentijd verder moet, daarover verschillen de meningen.
De ogenschijnlijk eenvoudigste oplossing, de afschaffing van de zogenoemde inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) ook twee jaar uitstellen, is volgens staatssecretaris Marnix van Rij (Fiscaliteit) duur en voor de Belastingdienst onuitvoerbaar. In plaats daarvan heeft hij een aantal alternatieven geschetst waarin de regeling voor alle ouders stapsgewijs wordt afgebouwd. Dat betekent wel gezinnen die de korting nu al genieten de komende jaren duizenden euro's mislopen.
ChristenUnie en SGP hebben een van die varianten omarmd. Zij maakten al langer bezwaar tegen het voornemen van het kabinet om de korting af te schaffen voor nieuwe gevallen, maar voor bestaande gezinnen te laten doorlopen tot het jongste kind 12 jaar oud wordt. Het zou een perverse prikkel tot geboorteplanning geven. Ook GroenLinks en PvdA zijn voor een afbouw in negen jaar vanaf 2027. D66 staat daar "positief" tegenover, zegt Kamerlid Steven van Weyenberg.
De VVD is "verbijsterd" dat de Belastingdienst kennelijk niet in staat is een al aangekondigde maatregel simpelweg twee jaar later uit te voeren, zegt Kamerlid Silvio Erkens. Ook SP'er Mahir Alkaya is kritisch en wil meer uitleg van Van Rij. De VVD wijst het voorstel voor een afbouw van 2027 overigens niet zonder meer af maar heeft er wel "een aantal twijfels" over.