Partijen in de Tweede Kamer manen tot haast in de afhandeling van de toeslagenaffaire. Verantwoordelijk staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Financiën) moet meer vaart maken met de compensatie van ouders die daar recht op hebben omdat zij enkele jaren geleden onterecht van fraude met de kinderopvangtoeslag zijn beschuldigd.
Eerder deze week kondigde Van Huffelen aan dat een groep ouders al een brief heeft ontvangen. Duizenden van hen kregen te horen dat hun situatie niet vergelijkbaar is met de veelbesproken CAF-11-zaak. Zij krijgen dus geen volledige compensatie. Dat besluit is onder meer gestoeld op onderzoek door de commissie-Donner, die volgens SP-Kamerlid Renske Leijten "slecht werk heeft geleverd".
Er moet snel werk gemaakt worden van compensatie en daarbij moeten als eerste de mensen worden geholpen in de meest schrijnende situatie, roepen onder andere PvdA en GroenLinks op. Het duurt "ongelooflijk lang", aldus PvdA'er Henk Nijboer. De sociaaldemocraat werd in het debat met Van Huffelen ook aangevallen door andere partijen, die vraagtekens zetten bij de rol van zijn partijleider Lodewijk Asscher. Die was in het vorige kabinet vicepremier en minister van Sociale Zaken.
De Kamer dringt ook aan op het onderzoek van de Autoriteit Persoonsgegevens die navorsing doet naar etnisch profileren bij de Belastingdienst. Dat rapport laat lang op zich wachten. "Daar erger ik me dood aan", aldus GroenLinks-Kamerlid Bart Snels. CDA'er Pieter Omtzigt wil dat AP-voorzitter Aleid Wolfsen nog deze week een brief stuurt aan de Kamer over het onderzoek.
De toeslagenaffaire leidde ertoe dat Van Huffelen en haar collega-staatssecretaris Hans Vijlbrief aangifte deden tegen de eigen dienst wegens vermoeden van misdrijven. Ook zijn enkele topambtenaren gedwongen teruggetreden. Via de media kwamen berichten naar buiten over woedende ambtenaren over de gang van zaken. Ook de bonden sloegen alarm over de sfeer op de werkvloer. Hoewel de Kamer de aangifte steunt, vragen partijen zich af welke invloed deze gang van zaken heeft op de "eerlijke hardwerkende mensen" die bij de dienst werken.