Klaas Otto: niet grote leider No Surrender

Klaas Otto ontkent dat hij de hoogste positie had binnen motorclub No Surrender. De Brabander wordt, samen met (ex-)leden van No Surrender Henk Kuipers, Rico R. en Theo ten V., verdacht van het leiden van een criminele organisatie.

De motorclub werd in juni door de rechtbank in Assen verboden. Donderdag verscheen Otto voor de rechtbank in Groningen.

Otto was eerst lid van Satudarah. Hij wilde naar eigen zeggen met No Surrender in 2013 een kleinschalige motorclub oprichten. De leden zouden gaan toeren en koffie drinken. Dat No Surrender binnen een jaar 150 leden kende, was volgens hem niet te voorspellen. Doordat hij te weinig aanwezig was bij vergaderingen, werd de motorclub stuurloos. "Een andere fout was dat leden van andere clubs naar ons overstapten."

Otto stelt dat hij in december 2015 No Surrender verliet. Medeverdachte Henk Kuipers heeft verklaard dat Otto als generaal de hoogste positie bekleedde. Dit klopt volgens Otto niet. "Die rang bestaat niet binnen motorclubs." Hij had hetzelfde stemrecht als de captains, zei hij, maar was het boegbeeld geworden omdat hij vaak in de media verscheen.

"De club was een hobby", aldus Otto. Zijn hesje droeg hij alleen tijdens bijeenkomsten. Criminele activiteiten waren volgens Otto "absoluut niet aan de orde" in zijn tijd bij No Surrender. Verder wist hij niet van bad standings af, waarbij leden hun motor dienden in te leveren, klappen kregen en geld moesten betalen. Die zijn volgens hem ook niet ingevoerd bij de oprichting. "Ik ben er altijd op tegen geweest." Leden hebben verklaard dat Otto betrokken was bij bad standings.

Otto zit momenteel in de cel in afwachting van zijn hoger beroep in een andere zaak. Vorig jaar oktober werd hij veroordeeld tot zes jaar cel voor zware mishandeling, bedreiging, afpersing en witwassen van 1,3 miljoen euro.

De zaken tegen medeverdachten R. en Ten V. zijn twee weken geleden behandeld. Het dossier van Kuipers kon toen niet worden besproken door ziekte van zijn advocaat. Wanneer Kuipers weer naar de rechtbank moet komen, is onbekend.