LISSABON (ANP) - Door klimaatverandering is er nu veel meer kans op het ontstaan van hevige natuurbranden in Spanje en Portugal. Klimaatonderzoekers hebben berekend dat heet, droog en winderig weer zo'n 40 keer waarschijnlijker is dan voor het industriële tijdperk. Deze zomer kampten beide Zuid-Europese landen met dit soort weer en met zeer hevige branden.
Door de uitstoot van fossiele brandstoffen is de aarde inmiddels al ongeveer 1,3 graden warmer dan voor de industrialisatie. In een snelle analyse ziet onderzoekscollectief World Weather Attribution (WWA) dat de genoemde combinatie van weersomstandigheden voor de klimaatverandering normaal gesproken eens in de 500 jaar te verwachten was in Zuid-Europa. Nu kunnen inwoners van Spanje en Portugal dit elke vijftien jaar verwachten.
De landen hadden bovendien te maken met een hittegolf van tien dagen met temperaturen boven de 40 graden. Klimaatverandering maakt de kans op zo'n hittegolf veel groter en heeft de temperaturen met zo'n 3 graden opgedreven, berekenden de onderzoekers. Zo'n lange en hete hittegolf zou voor de industrialisatie slechts eens in de 2500 jaar te verwachten zijn. Nu zien de onderzoekers elke dertien jaar kans op een hittegolf met deze intensiteit.
Ontstaan door mensen
Acht mensen kwamen om bij de natuurbranden in Spanje en Portugal. De branden zijn in veel gevallen ontstaan door mensen. Meestal was dat per ongeluk, bijvoorbeeld door weggegooide sigaretten en door barbecues. In 24 procent van de gevallen was de brand bewust aangestoken.
Daar komt bij dat er veel "brandstof" was voor de natuurbranden, zien de onderzoekers. Steeds meer mensen gaan in steden wonen, waardoor dorpen vergrijzen en bossen en boerderijen overwoekeren. Het collectief raadt daarom aan om bossen beter te beheren.
In totaal is deze zomer in Spanje meer dan 380.000 hectare verbrand, bijna vijf keer het jaarlijkse gemiddelde. De branden waren de ergste in dertig jaar in Spanje. In Portugal verbrandde 260.000 hectare, bijna drie keer het jaarlijkse gemiddelde.