De (oud-)agenten die ongeveer een half jaar geleden in de documentaire De Blauwe Familie aan de bel trokken over racisme binnen de politie hebben niet het gevoel dat ze serieus zijn genomen en erkenning hebben gekregen. In NRC vertelt het zestal wat hun sindsdien is overkomen. Een van hen, oud-agent Dwight van van de Vijver, zou terugkeren bij de politie om adviseur te worden van Johan van Renswoude, programmadirecteur aanpak uitsluiting, discriminatie en racisme. Maar daar ziet hij nu toch van af.
"Ik had het team van Van Renswoude willen versterken maar na gesprekken ben ik ervan overtuigd dat zijn opdracht gaat mislukken", zegt Van van de Vijver in de krant. Volgens hem wordt bij de leiding van de politie gewacht tot "de ophef overwaait". Ook de anderen geven in NRC aan weinig steun te hebben gekregen binnen de politie nadat ze in de documentaire van KRO-NCRV aan de kaak hadden gesteld dat agenten met een migratieachtergrond gediscrimineerd, buitengesloten en gepest worden en dat het niet veilig is om deze problemen aan te kaarten. "We hebben dus kennelijk geen draagvlak binnen de organisatie", geeft een Rotterdamse agent aan.
Slechts een van de hoofdrolspelers zegt dat het goed met haar gaat en dat ze een gratificatie van de politie Amsterdam kreeg "wegens moedig uitspreken in de documentaire". "Als witte vrouw heb ik er geen last van dat ik publiekelijk discriminatie in de organisatie aan de orde stelde", zegt ze in de krant. "Ik voel plaatsvervangende schaamte dat de overige hoofdrolspelers niet op deze wijze worden behandeld."
Naar aanleiding van de documentaire kondigde de politie eerder dit jaar aan racisme en discriminatie binnen de eigen gelederen strenger aan te zullen pakken.