In de toekomst moeten veel vormen van mobiliteit, zoals openbaar vervoer, deelauto's, deelfietsen en parkeerplaatsen, samengebracht worden in zogeheten hubs. Die knooppunten moeten zowel aan de rand van de stad als in de stad komen, maar ook op andere strategische plaatsen zoals langs snelwegen. Dat is een van de onderdelen in het Deltaplan Mobiliteit 2030 dat de Mobiliteitsalliantie woensdag aan het kabinet overhandigt.
De 24 leden van die alliantie, waaronder NS, ANWB, de Fietsersbond, Transport en Logistiek Nederland, denken dat de manier waarop we ons verplaatsen wezenlijk moet gaan veranderen om het toegankelijk en betaalbaar te houden en tegelijkertijd te zorgen voor een lagere CO2-uitstoot. Daarbij zijn deeloplossingen als deelauto's en deelfietsen belangrijk.
Ook is er een belangrijke rol voor het openbaar vervoer, dat vaker moet gaan rijden en deels moet worden geautomatiseerd. Gebruikers moeten kunnen vertrouwen op een slimme app, die telkens kijkt wat de beste vervoersmethoden voor de gebruiker zijn.
Welke zaken aangepakt moeten worden, hangt sterk af van het gebied. Zo zijn er in de Randstad enkele snelwegen die beter op elkaar kunnen worden aangesloten, maar wil de alliantie ook dat het openbaar vervoer wordt verbeterd. Het doortrekken van de Amsterdamse Noord/Zuidlijn naar Schiphol bijvoorbeeld, of een betere snelle ov-verbinding tussen Den Haag en Scheveningen.
In dunner bevolkte gebieden kan worden gewerkt aan de ontsluiting van dat gebied. Een snellere spoorlijn van de Randstad naar de noordelijke provincies bijvoorbeeld, ziet de alliantie als noodzakelijk.
Voor de maatregelen in het Deltaplan is tussen 2020 en 2040 bijna 56 miljard euro nodig. Dat is veel meer dan de overheid nu per jaar aan mobiliteit besteedt. Zo moet al bij gebiedsontwikkeling worden gekeken naar de benodigde aanpassingen aan de infrastructuur en moet meer publiek-private samenwerking mogelijk worden.