Pensioenfondsen zullen voorlopig moeten leven met een lage rekenrente, die hun financiële positie ondergraaft. Dat heeft president Klaas Knot van De Nederlandsche Bank (DNB) gezegd in een gesprek met de Tweede Kamer. Versoepeling van de regels is geen optie, herhaalde hij nog maar eens. "We kunnen ons gewoon absoluut niet rijk rekenen."
Vorige week nog kondigde de Europese Centrale Bank (ECB) aan dat de rente nog zeker tot medio volgend jaar op het huidige, zeer lage niveau blijft. Daarmee houdt de ECB volgens Knot "de pauzeknop stevig ingedrukt" bij de afbouw van zijn ruime monetaire beleid. "Het is gewoon niet realistisch om te verwachten dat er significante verandering in het rentebeeld komt op de korte termijn."
Die economische realiteit maakt de aanscherping van de rekenregels die DNB deze week aankondigde volgens Knot onvermijdelijk. Pensioenfondsen moeten vanaf 2021 uitgaan van nog lagere rendementen bij het berekenen van hun toekomstige verplichtingen. De toezichthouder volgt daarmee het advies van een commissie onder leiding van oud-minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem.
Door de strengere regels daalt de dekkingsgraad, die aangeeft hoe het belegd vermogen van een pensioenfonds zich verhoudt tot de toekomstige uitkeringsverplichtingen, met gemiddeld 2,5 procentpunt. De kans op kortingen neemt daardoor toe en het wordt minder waarschijnlijk dat de oudedagsvoorziening snel weer mee kan stijgen met de kosten voor levensonderhoud.
Het advies van de commissie-Dijsselbloem komt precies in de week waarin de leden van FNV en CNV zich uitspreken over het pensioenakkoord, dat vorige week na na bijna tien jaar moeizaam onderhandelen met kabinet en werkgevers werd gesloten. De rekenrente is voor de vakbonden een gevoelig punt. Zij vinden eigenlijk nog steeds dat die moet worden verhoogd.