Koning Willem-Alexander heeft donderdagmiddag een expositie geopend over de Gouden Koets. Hij kreeg een rondleiding door het Amsterdam Museum, waar het koninklijke rijtuig tot eind februari is te zien.
De Gouden Koets heeft een grote restauratie achter de rug en is nu voor het eerst sinds ruim vijf jaar weer te zien voor het publiek. Hij staat in een glazen behuizing op de binnenplaats van het museum. In de zes omliggende zalen wordt de geschiedenis verteld van het rijtuig en is ook volop aandacht voor het maatschappelijke debat over het omstreden zijpaneel.
Hoewel de koets in het verleden doelwit was van onder meer rookbommen (1966), een verfbom (2002) en een waxinelichthouder (2010), is hij tegenwoordig onderwerp van een discussie. Dit komt door het paneel Hulde der Koloniën, geschilderd door Nicolaas van der Waay. Volgens het museum beschouwt een groeiend aantal mensen het rijtuig als beladen erfgoed en zou het niet meer gebruikt mogen worden.
Museumdirecteur Judikje Kiers zei bij het welkomstwoord tegen de koning: "Ik ben heel dankbaar dat u het lef heeft gehad de koets naar ons te sturen." Volgens haar hebben nog nooit zo veel mensen meegewerkt aan een project van het museum. Zo was er een klankbordgroep met zo'n 25 experts, van Oranjegezind tot republikein en diverse deskundigen van het koloniale verleden, die hebben meegedacht over de tentoonstelling.
De koning liet eerder weten de discussie over de koets te volgen, maar er niet aan deel te nemen. Of de koets volgend jaar weer te zien zal zijn op Prinsjesdag moet nog worden besloten.
De Gouden Koets was een cadeau van de Amsterdammers bij de inhuldiging van koningin Wilhelmina in 1898. Ze nam het rijtuig in 1901 pas in gebruik bij haar huwelijk, vermoedelijk omdat haar moeder voor de inhuldiging al een andere koets had besteld. Sindsdien deed het rijtuig dienst bij huwelijken en doopfeesten van de Oranjes en sinds 1903 op Prinsjesdag. Conservator Annemarie de Wildt had een prangende vraag aan de koning, ze wilde weten of Wilhelmina de koets eigenlijk wel mooi had gevonden. Willem-Alexander kon echter geen antwoord geven. Hij gaf aan dat hij haar dat nooit heeft kunnen vragen. Wilhelmina was al overleden toen hij in 1967 ter wereld kwam.
De koning sprak zijn waardering erover uit dat zo veel mensen met diverse achtergronden hebben meegedacht over de tentoonstelling. Hij had nog wel een opmerking bij de opstelling van een maquette van de koets in de eerste museumzaal. Volgens hem klopte de positie van de persoon op de bok niet. "Hij twijfelde later wel, maar dat gaan we natuurlijk uitzoeken", aldus artistiek directeur Margriet Schavemaker.
Burgemeester Femke Halsema van Amsterdam, die bij de opening was, zei het heel leuk te vinden dat de koets weer in de stad staat waar hij ooit is gemaakt. Ze noemt de combinatie van de volkscultuur die erin naar voren komt met de geschiedenis van de koloniën in de tentoonstelling "heel knap gedaan". Halsema hoopt dat de expositie mensen nieuwsgierig maakt. "Onze koloniale geschiedenis is gelaagd en ingewikkeld. Ik denk dat de tentoonstelling uitnodigt om na te denken en dat is goed." Ze wilde zich niet uitlaten over de toekomst van de koets.