Delen van de in problemen geraakte filmproductiemaatschappij The Weinstein Company gaan over naar een groep investeerders onder leiding van Maria Contreras-Sweet. De deal zorgt ervoor dat het bedrijf geen faillissement hoeft aan te vragen. Naar verluidt is met de overeenkomst een bedrag van 500 miljoen dollar gemoeid, inclusief schuld van circa 225 miljoen dollar.
De onderneming had zichzelf te koop gezet nadat Harvey Weinstein, een van de oprichters, in opspraak raakte door seksueel wangedrag. Hij werd vorig jaar door een reeks actrices beschuldigd van onder meer verkrachting en aanranding, waarna zijn broer en andere bestuursleden hem op straat zetten.
Contreras-Sweet, die tijdens het presidentschap van Obama hoofd was van een overheidsinstantie voor de ondersteuning van mkb-bedrijven, deed onder meer beloftes op het gebied van banen. Daarnaast zal de meerderheid van het bestuur uit vrouwen gaan bestaan. Ook wordt een fonds in het leven geroepen voor slachtoffers van seksueel misbruik. Hier wordt naar verluidt 80 miljoen tot 90 miljoen dollar in gestopt.
The Weinstein Company werd in 2005 opgericht. Uit de koker van het bedrijf komen onder meer de Oscar-winnende films The King's Speech en The Artist.